Betekenis 'hot'
Je hebt gezocht op het woord: hot.
hot 1heet, warm, gloeiend, scherp, pikant, vurig, hartstochtelijk, heetgebakerd, (informeel) geil, opgewonden, (informeel; techniek) radioactief: hot flushes opvlieger, opvlieging; with two policemen in hot pursuit met twee agenten op zijn hielen; am I getting hot? word ik warm? (al radend)2vers (van spoor), recent, heet (van de naald) (van nieuws): hot off the press vers van de pers¶hot air blabla, gezwets; like a cat on hot bricks, (Amerikaans) like a cat on a hot tin roof benauwd, niet op zijn gemak; sell like hot cakes als warme broodjes de winkel uitvliegen; strike while the iron is hot het ijzer smeden als het heet is; a hot potato een heet hangijzer; hot stuff (a) bink; (b) prima spul; (c) (harde) porno; (d) buit, gestolen goed; be hot on s.o.'s track (of: trail) iem. na op het spoor zijn; be in (of: get into) hot water in de problemen zitten (of: raken); make it (of: the place, things) (too) hot for s.o. iem. het vuur na aan de schenen leggen; not so hot niet zo goed; hot on astrology gek op astrologie; blow hot and cold nu eens voor dan weer tegen zijn
1hot up (onovergankelijk werkwoord) (informeel)1warm(er) worden, hevig(er) worden
2hot up (overgankelijk werkwoord) (informeel)1verhevigen, intensiveren
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.