Betekenis 'hooked'
Je hebt gezocht op het woord: hooked.
1hook (zelfstandig naamwoord) 1(telefoon)haak: hook and eye haak en oog; off the hook van de haak (telefoon)2vishoek, vishaak3hoek, kaap, landtong¶hook, line and sinker helemaal, van a tot z; by hook or by crook hoe dan ook, op eerlijke of oneerlijke wijze; get (of: let) s.o. off the hook iem. uit de puree halen
2hook (onovergankelijk werkwoord) 1vastgehaakt worden
3hook (overgankelijk werkwoord) 1vasthaken, aanhaken: hook on vasthaken2aan de haak slaan (ook figuurlijk), strikken, bemachtigen
hooked 1haakvormig: a hooked nose een haakneus, haviksneus2met een haak3vast(gehaakt), verstrikt: her skirt got hooked on a nail ze bleef met haar rok achter een spijker haken4(+ on) verslaafd (aan) (drugs): (figuurlijk) he is completely hooked on that girl hij is helemaal bezeten van dat meisje
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.