Betekenis 'hard'
Je hebt gezocht op het woord: hard.
1hard (bijvoeglijk naamwoord) 1hard, vast(staand), krachtig, taai, robuust: hard cover (boek)band, gebonden editie; hard currency harde valuta; a hard winter een strenge winter; hard and fast rule (of: line) vaste regel, ijzeren wet2hard, hardvochtig: drive a hard bargain keihard onderhandelen; be hard on s.o. onvriendelijk zijn tegen iem.3moeilijk, hard, lastig: hard labour dwangarbeid; she gave him a hard time hij kreeg het zwaar te verduren van haar; hard of hearing slechthorend, hardhorend4hard, ijverig, energiek: a hard drinker een stevige drinker; a hard worker een harde werker¶hard cash baar geld, klinkende munt; they preferred hard copy to soft copy zij verkozen uitdraai boven beeldschermtekst; hard feelings wrok(gevoelens), rancune; hard luck pech, tegenslag; as hard as nails ongevoelig, onverzoenlijk; (Brits) hard shoulder vluchtstrook; play hard to get moeilijk doen, zich ongenaakbaar opstellen; hard by vlakbij
2hard (bijwoord) 1hard, krachtig, inspannend, zwaar: be hard hit zwaar getroffen zijn; think hard diep nadenken; be hard on s.o.'s heels (of: trail) iem. op de hielen zitten2met moeite, moeizaam: be hard put (to it) to (do sth.) het moeilijk vinden (om iets te doen); old habits die hard vaste gewoonten verdwijnen niet gauw; take sth. hard iets zwaar opnemen, zwaar lijden onder iets
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.