Betekenis 'hanging'
Je hebt gezocht op het woord: hanging.
1hang (zelfstandig naamwoord) 1het vallen, val (van stof), het zitten (van kleding)¶(informeel) get (of: have) the hang of sth. de slag van iets krijgen (of: hebben)
2hang (onovergankelijk werkwoord; hung, hung) 1hangen: hang loose (a) loshangen; (b) kalm blijven2hangen, opgehangen worden3zweven, blijven hangen4aanhangen, zich vastklemmen, vast (blijven) zitten5onbeslist zijn: hang in the balance (nog) onbeslist zijn¶hang behind achterblijven; (Amerikaans) hang in (there) volhouden; she hung on(to) his every word zij was één en al oor; hang onto sth. proberen te (be)houden; hang over one's head iem. boven het hoofd hangen
3hang (overgankelijk werkwoord; hung, hung) 1(op)hangen (ook als straf): he hanged himself hij verhing zich2laten hangen: hang one's head in shame het hoofd schuldbewust laten hangen3tentoonstellen (schilderij)¶(informeel) hang it (all)! ze kunnen van mij allemaal in elkaar storten!; hang sth. on s.o. iem. de schuld van iets geven
1hanging (telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord) 1ophanging2(meestal meervoud) wandtapijt
2hanging (bijvoeglijk naamwoord, attributief) 1hangend, hang-
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.