Betekenis 'hack'

Je hebt gezocht op het woord: hack.

1hack (zelfstandig naamwoord) 1huurpaard, knol2broodschrijver3houw, snee, jaap, trap(wond) 2hack (werkwoord) 1hakken, houwen, een jaap geven: hack off a branch een tak afkappen; hack at sth. in iets hakken, op iets in houwen2fijnhakken, bewerken (aarde)3kraken, een computerkraak plegen, hacken

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.