Betekenis 'gave'
Je hebt gezocht op het woord: gave.
gave onvoltooid verleden tijd van give
give (gave, given) 1geven, schenken, overhandigen: give him my best wishes doe hem de groeten van mij; give a dinner een diner aanbieden2geven, verlenen, verschaffen, gunnen: give a prize een prijs toekennen; we were given three hours' rest we kregen drie uur rust; he has been given two years hij heeft twee jaar (gevangenisstraf) gekregen; give s.o. to understand (of: know) iem. te verstaan (of: kennen) geven3geven, opofferen, wijden: give one's life for one's country zijn leven geven voor zijn vaderland4(met zelfstandig naamwoord) doen: give a beating een pak slaag geven; give a cry een kreet slaken; give s.o. a sly look iem. een sluwe blik toewerpen5(op)geven, meedelen: the teacher gave us three exercises (to do) de onderwijzer heeft ons drie oefeningen opgegeven (als huiswerk); give information informatie verstrekken6produceren, voortbrengen: give off (af)geven, verspreiden, maken¶give or take 5 minutes 5 minuten meer of minder; give as good as one gets met gelijke munt betalen; don't give me that (hou op met die) onzin; give s.o. what for iem. flink op zijn donder geven
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.