Betekenis 'force'

Je hebt gezocht op het woord: force.

1force (zelfstandig naamwoord) 1kracht, geweld, macht: by force of circumstances door omstandigheden gedwongen; join forces (with) de krachten bundelen (met); by (of: from, out of) force of habit uit gewoonte2(rechts)geldigheid, het van kracht zijn: a new law has come into force (of: has been put into force) een nieuwe wet is van kracht geworden3macht, krijgsmacht, leger4(meervoud: the Forces) strijdkrachten 2force (werkwoord) 1dwingen, (door)drijven, forceren: force back terugdrijven; Government will force the prices up de regering zal de prijzen opdrijven2forceren, open-, doorbreken: the burglar forced an entry de inbreker verschafte zich met geweld toegang

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.