Betekenis 'deal'
Je hebt gezocht op het woord: deal.
1deal (zelfstandig naamwoord) 1transactie, overeenkomst, handel2(grote) hoeveelheid, mate: a great deal of money heel wat geld3(negatief) (koe)handeltje, deal4(kaartspel) gift, het geven, beurt om te geven: it's your deal jij moet geven¶it's a deal! afgesproken!, akkoord!; that's a big deal dat is belangrijk, dat betekent veel; it's no big deal (a) het is geen probleem; (b) het stelt niet veel voor; what's the big deal? (a) wat is het probleem?; (b) wat maakt het uit?
2deal (onovergankelijk werkwoord; dealt, dealt) 1zaken doen, handelen
3deal (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord; dealt, dealt) 1geven, (uit)delen: deal (out) fairly eerlijk verdelen
deal with 1zaken doen met, handel drijven met, kopen bij2behandelen, afhandelen: deal with complaints klachten behandelen3aanpakken, een oplossing zoeken voor4optreden tegen5behandelen, omgaan met: be impossible to deal with onmogelijk in de omgang zijn6gaan over: the book deals with racism het boek gaat over racisme
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.