Betekenis 'chance'
Je hebt gezocht op het woord: chance.
1chance (zelfstandig naamwoord) 1kans, mogelijkheid, waarschijnlijkheid: fat chance! weinig kans!; give s.o. a fighting chance to … iem. een eerlijke (of: serieuze) kans geven om …; stand a fair chance een redelijke kans maken; are you Mr Buckett by (any) chance? bent u toevallig de heer Buckett?; (the) chances are that het is waarschijnlijk dat2toevallige gebeurtenis3kans, gelegenheid: a chance in a million een kans van één op duizend4risico: take chances, take a chance risico's nemen5het lot, de fortuin: a game of chance een kansspel; leave to chance aan het toeval overlaten
2chance (bijvoeglijk naamwoord) 1toevallig: a chance meeting een toevallige ontmoeting
3chance (onovergankelijk werkwoord) 1(toevallig) gebeuren: I chanced to be on the same boat ik zat toevallig op dezelfde boot¶chance (up)on (toevallig) vinden
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.