Betekenis 'chair'

Je hebt gezocht op het woord: chair.

1chair (zelfstandig naamwoord) 1stoel, zetel, zitplaats, (figuurlijk) positie, functie: take a chair ga zitten2voorzittersstoel, voorzitter(schap): be in (of: take) the chair voorzitten3leerstoel4(informeel) elektrische stoel 2chair (overgankelijk werkwoord) 1voorzitten, voorzitter zijn van: chair a meeting een vergadering voorzitten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.