Betekenis 'brim'

Je hebt gezocht op het woord: brim.

1brim (zelfstandig naamwoord) 1(boven)rand, boord: full to the brim tot de rand toe vol, boordevol (van glas)2rand (van hoed) 2brim (onovergankelijk werkwoord) 1boordevol zijn, tot barstens toe gevuld zijn: her eyes brimmed with tears haar ogen schoten vol tranen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.