Betekenis 'break-up'

Je hebt gezocht op het woord: break-up.

1break up (onovergankelijk werkwoord) 1uit elkaar vallen, in stukken breken, (figuurlijk) ten einde komen, ontbonden worden (van vergadering): their marriage broke up hun huwelijk ging kapot2uit elkaar gaan (van (huwelijks)partners, groep mensen e.d.) 2break up (overgankelijk werkwoord) 1uit elkaar doen vallen, in stukken breken, (figuurlijk) onderbreken, doorbreken (routine, stuk tekst)2kapot maken (huwelijk)3verspreiden, uiteenjagen (groep mensen)4beëindigen, een eind maken aan (ruzie, gevecht, vergadering): break it up! hou ermee op!5doen instorten, in elkaar doen klappen break-up 1opheffing, beëindiging (bedrijf)2scheiding (van minnaars)

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.