Betekenis 'bone'

Je hebt gezocht op het woord: bone.

1bone (zelfstandig naamwoord) 1bot, been, graat: I can feel it (of: it is) in my bones ik weet het zeker, ik voel het aankomen2kluif, stuk been, botbone of contention twistappel; make no bones about niet aarzelen om; have a bone to pick with s.o. met iem. een appeltje te schillen hebben 2bone (bijvoeglijk naamwoord) 1benen, van been, ivoren 3bone (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord) 1uitbenen, ontgraten 4bone (bijwoord) 1extreem, uitermate: bone dry kurkdroog; bone idle (of: lazy) aartslui

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.