Betekenis 'boarding'
Je hebt gezocht op het woord: boarding.
1board (zelfstandig naamwoord) 1plank, (vloer)deel2(aanplak)bord, scorebord, schild, plaat, bord (basket- en korfbal), (schaak)bord, (speel)bord3(scheepvaart) boord: go by the board (a) overboord slaan; (b) volledig mislukken (van plannen e.d.); on board aan boord van4kost, kostgeld, onderhoud, pension: board and lodging kost en inwoning; full board vol pension5raad, bestuur(slichaam): board of directors raad van bestuur; editorial board redactie; be on the board in het bestuur zitten, bestuurslid zijn¶sweep the board grote winst(en) boeken, zegevieren; (informeel) take on board begrijpen, accepteren, aannemen (nieuwe ideeën e.d.); above board open, eerlijk; across the board over de hele linie, iedereen, niemand uitgezonderd
2board (onovergankelijk werkwoord) 1in de kost zijn
3board (overgankelijk werkwoord) 1beplanken, beschieten, betimmeren, bevloeren2in de kost hebben3uit huis doen, in de kost doen4aan boord gaan van, instappen (vliegtuig), opstappen (motor): board a ship zich inschepen5(scheepvaart) enteren
boarding 1beplanking, betimmering, schutting
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.