Betekenis 'blind'
Je hebt gezocht op het woord: blind.
1blind (zelfstandig naamwoord) 1scherm, jaloezie, zonnescherm, rolgordijn2voorwendsel, uitvlucht, dekmantel
2blind (bijvoeglijk naamwoord) 1blind, (figuurlijk) ondoordacht, roekeloos: blind fury blinde woede; as blind as a bat zo blind als een mol, stekeblind; the blind de blinden2blind, zonder begrip, ongevoelig: be blind to s.o.'s faults geen oog hebben voor de fouten van iem.3doodlopend, (figuurlijk) zonder vooruitzichten¶turn a blind eye to sth. iets door de vingers zien, een oogje dichtknijpen voor iets
3blind (overgankelijk werkwoord) 1verblinden, blind maken, misleiden2verduisteren, overschaduwen3blinddoeken
4blind (bijwoord) 1blind(elings), roekeloos¶blind drunk stomdronken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.