Betekenis 'bid'

Je hebt gezocht op het woord: bid.

1bid (zelfstandig naamwoord) 1bod2prijsopgave, offerte3(kaartspel) bod, beurt (om te bieden)4poging (om iets te verkrijgen), gooi: a bid for the presidency een gooi naar het presidentschap 2bid (overgankelijk werkwoord; bid/bade, bid/bidden) 1bevelen, gelasten2heten, zeggen: bid s.o. farewell iem. vaarwel zeggen3(uit)nodigen 3bid (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord; bid, bid) 1bieden, een bod doen (van): bid 5 dollars for sth. 5 dollar voor iets bieden2een prijsopgave indienen3dingen: bid for the public's favour naar de gunst van het publiek dingen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.