Betekenis 'alarm'

Je hebt gezocht op het woord: alarm.

1alarm (zelfstandig naamwoord) 1alarm, schrik, paniek: take alarm at opschrikken van, in paniek raken bij2alarm, waarschuwing, alarmsignaal: raise (of: sound) the alarm alarm geven3wekker4alarmsysteem, alarminstallatie 2alarm (onovergankelijk werkwoord) 1alarm slaan 3alarm (overgankelijk werkwoord) 1alarmeren, opschrikken, verontrusten: look alarmed verschrikt kijken

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.