Betekenis 'zeugen'
Je hebt gezocht op het woord: zeugen.
1Zeug (o; 2e naamval: -(e)s; meervoud: -e) 1stof, goed
2Zeug (o; geen meervoud) 1kleren, kleding2gereedschap, gerei3spullen, boel, dingen4troep, bocht, rommel5(scheepvaart) tuigage¶albernes (of: dummes) Zeug reden onzin verkopen; sich ins Zeug legen z'n uiterste best doen, er flink tegenaan gaan; er fuhr, was das Zeug hielt hij reed zo hard (als) hij kon
Zeuge (m; 2e naamval: -n; meervoud: -n) 1getuige
1zeugen (onovergankelijk werkwoord) 1getuigen
2zeugen (overgankelijk werkwoord) 1(kinderen) verwekken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.