Betekenis 'spitze'
Je hebt gezocht op het woord: spitze.
spitz 1spits, puntig, scherp: spitzer Ausschnitt V-hals; spitze Bleistifte scherpe potloden2schril, schel: ein spitzer Schrei een schrille kreet3pips, smalletjes4bits, spits, vinnig: eine spitze Antwort een scherp, snibbig antwoord¶spitz auf jmdn. sein (a) iem. willen versieren; (b) het op iem. gemunt hebben; spitz auf eine Sache sein op iets uit zijn
Spitz (m; 2e naamval: -es; meervoud: -e) 1keeshond
spitze (informeel)1geweldig, klasse: das hast du spitze gemacht dat heb je super gedaan; das ist spitze! dat is te gek!; er kann spitze kochen hij kan ontzettend goed koken; eine spitze Stadion habt ihr hier jullie hebben hier wel een geweldig stadion
Spitze (v; 2e naamval: -; meervoud: -n) 1spits2(sport) spitsspeler3punt (van mes, naald, neus, pen, sigaar): (figuurlijk) die Spitze des Eisbergs het topje van de ijsberg; etwas auf die Spitze treiben iets op de spits drijven4top (van berg, boom, driehoek, vinger, vleugel)5nok (van dak)6hoofd, leiding, top: die Spitzen der Behörden de hoogste autoriteiten; sein Name steht an der Spitze zijn naam staat bovenaan; an der Spitze marschieren vooraan marcheren; an der Spitze stehen aan het hoofd staan; sich an die Spitze setzen de leiding nemen; (sport) an der Spitze liegen op kop liggen; die Qualität ist Spitze de kwaliteit is top; in der Forschung sind wir Spitze in onderzoek zijn wij toonaangevend7steek, onaangename opmerking8kant: Spitzen klöppeln kantklossen; jmdm. die Spitze bieten iem. het hoofd bieden9piek
1spitzen (onovergankelijk werkwoord) 1gluren, kijken
2spitzen (overgankelijk werkwoord) 1(oren) spitsen, (lippen) tuiten2slijpen, aanpunten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.