Betekenis 'kranken'
Je hebt gezocht op het woord: kranken.
krank zie krankschreiben1ziek: krank vor Heimweh ziek van heimwee; (informeel) bist du krank? ben je niet goed bij je hoofd?; (informeel) das macht mich krank! daar word ik ziek (of: gek) van!
kranken 1lijden: kranken an lijden aan (ook figuurlijk)
1kränken (overgankelijk werkwoord) 1krenken, grieven, beledigen
sich 2kränken (wederkerend werkwoord) 1verdriet hebben
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.