Betekenis 'heil'
Je hebt gezocht op het woord: heil.
heil 1heel, gaaf, ongedeerd: mit heiler Haut davonkommen er heelhuids vanaf komen; die heile Welt de wereld die (nog) in orde is2genezen, beter: die Wunde wird heil de wond geneest
Heil (o; geen meervoud) 1heil: Heil bringend heilzaam2geluk: Heil bringend gelukbrengend
1heilen (onovergankelijk werkwoord) 1beter worden, genezen
2heilen (overgankelijk werkwoord) 1genezen, beter maken, helen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.