Betekenis 'dich'

Je hebt gezocht op het woord: dich.

dich (4e naamval van du)1jou, je, u du 1jij, je, u, men: wenn ich du wäre als ik jou was; du, komm mal her! zeg, kom eens hier!jmdm. das Du anbieten iem. voorstellen elkaar te tutoyeren; mit jmdm. auf Du und Du stehen elkaar tutoyeren, vertrouwelijk met iem. omgaan ich 1ik

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.