Betekenis 'deutsch'
Je hebt gezocht op het woord: deutsch.
deutsch 1Duits: die deutsche Sprache de Duitse taal; deutsch sprechen Duits spreken; (figuurlijk) mit jmdm. deutsch sprechen (of: reden) iem. zeggen waar het op staat
Deutsch (o; geen meervoud) 1Duits, (de) Duitse taal: auf (gut) Deutsch duidelijk gezegd; auf Deutsch (of: in, zu Deutsch) in het Duits
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.