Betekenis 'dem'

Je hebt gezocht op het woord: dem.

1dem (aanwijzend voornaamwoord) 1dit, dat, deze, die, hem: wie dem auch sei hoe het ook zij; wenn dem so ist als dat zo is 2dem (betrekkelijk voornaamwoord) 1wie, die, waaraan, dat: der Mann, dem er folgte de man, die hij volgde 3dem (lidwoord) 1de, het: dem Kind etwas schenken het kind iets geven; ich habe es dem Peter gesagt ik heb het tegen Peter gezegd 1der (aanwijzend voornaamwoord) 1deze, die, dit, dat, hij, degene, diegene, hetgeen, datgene 2der (betrekkelijk voornaamwoord) 1die, dat 3der (lidwoord) 1de, het

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.