Betekenis 'aufgelegt'
Je hebt gezocht op het woord: aufgelegt.
aufgelegt 1gut aufgelegt sein goedgehumeurd zijn; zu etwas aufgelegt sein zin in iets hebben; ein aufgelegter Schwindel een duidelijk bedrog
1auflegen (onovergankelijk werkwoord) 1ophangen (telefoon)
2auflegen (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord) 1neerleggen, leggen op: den Hörer auflegen de hoorn op de haak leggen; eine Schallplatte auflegen een plaat opzetten; Schminke auflegen zich opmaken2(lasten) opleggen3gaan produceren4(een lening) uitschrijven, (aandelen) uitgeven5ter inzage leggen6(schip) opleggen7(boek) drukken: neu auflegen herdrukken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.