Betekenis 'Tisch'

Je hebt gezocht op het woord: Tisch.

Tisch (m; 2e naamval: -(e)s; meervoud: -e) 1tafel: am Tisch sitzen aan de tafel zitten; (figuurlijk) reinen Tisch mit etwas machen met iets schoon schip maken; jmdn. zu Tisch bitten iem. verzoeken aan tafel te gaan; (figuurlijk) etwas unter den Tisch kehren iets in de doofpot stoppen; (figuurlijk) jmdn. über den Tisch ziehen iem. te grazen nemen; (figuurlijk) unter den Tisch fallen erbij in schieten, uit de boot vallen, vergeten worden2(het) eten, maaltijd, dis: bei Tisch sitzen aan tafel zitten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.