Betekenis 'Arsch'
Je hebt gezocht op het woord: Arsch.
Arsch (m; 2e naamval: -(e)s; meervoud: Ärsche) (vulgair)1gat, kont, reet: sich den Arsch aufreißen zich afbeulen; sich in den Arsch beißen (können) zich voor de kop kunnen slaan; jmdm. in den Arsch kriechen iem. in zijn gat kruipen; seinen Arsch retten zijn reet redden; jmdm. in den Arsch treten iem. een trap voor zijn kont verkopen2rotzak, eikel¶im Arsch sein naar de knoppen (of: bliksem) zijn
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.