Drie taalslordigheden

Drie taalslordigheden die de betekenis veranderen

Veel mensen zullen zeggen dat een taalslordigheid niets is om je zorgen over te maken. Het is toch duidelijk wat de schrijver bedoelt? Toch is dat niet altijd zo, want een slordigheidje kan zo maar de betekenis veranderen.

1. Oneigenlijk spatiegebruik
Een samenstelling schrijven we in het Nederlands aan elkaar, niet met spaties ertussen. Dat heeft soms lange woorden tot gevolg, zoals Hottentottententententoonstelling of humanresourcesmanager. In het Engels worden samenstellingen daarentegen meestal los geschreven: human resources manager.

Wanneer woorden ten onrechte los worden geschreven, kan dit de betekenis veranderen. Drie voorbeelden:

  • Als iemand vraagt om rode wijnglazen voor zijn verjaardag, dan gaat het om roodgekleurde glazen, niet om rodewijnglazen.
  • Wanneer de weerapp op uw smartphone aankondigt dat er weer updateszijn, is de weersverwachting niet bijgesteld maar moet de app geüpdatet worden.
  • Moet u de woning bezem schoon opleveren van uw huurbaas? Dan is het kennelijk voldoende als u een schone bezem achterlaat in de woning.


Tip: als je het woord uitspreekt met één accent, schrijf je het meestal aan elkaar. Glazen voor rode wijn noemen we bijvoorbeeld rodewíjnglazen. Roodgekleurde wijnglazen heten róde wíjnglazen: twee accenten. Net zo met wéér úpdates (twee accenten) en wéérupdates (één accent), bézem schóón (twee accenten) en bézemschoon (één accent).

2. Weglatings- of afbreekstreepje
Op het advertentiebord van de supermarkt staat: ik ben op zoek naar een kleuter of kinderfiets. Zoekt deze persoon een kinderfiets of een kleuter? Vast niet de laatste. Waarschijnlijk is er al een dreumes in het spel en zoekt de trotse ouder een fiets voor kleuters of kinderen waarop de kleine kan leren fietsen.

Daarom: kleuter- of kinderfiets. En: weglatings- of afbreekstreepje.

Veel mensen verwarren het weglatings- en afbreekstreepje. Het weglatingsstreepje vervangt in een samentrekking van twee woorden het woorddeel dat anders zou worden herhaald. In plaats van kleuterfiets of kinderfiets schrijven we dan kleuter- of kinderfiets. Het afbreekstreepje dient om een woord aan het einde van de regel af te breken omdat het niet past. Bijvoorbeeld:

Ik ben op zoek naar een kleuter-
fiets of kinderfiets.

Tip: alleen woorddelen met dezelfde betekenis en van dezelfde soort kunnen door een weglatingsstreepje worden vervangen. Bijvoorbeeld: bakvet of -fiets is geen juiste samentrekking, want bakvet en bakfietsen zijn totaal verschillende dingen. Ook bak- of rundvet is onjuist, want ondanks dat het in beide gevallen om vet gaat, is bak een werkwoord (van bakken) en rund een zelfstandig naamwoord. De woorden zijn dus niet van dezelfde soort.

Extra tip: het weggelaten woorddeel moet ook echt een deel van het woord zijn. Bijvoorbeeld: broodje been- of warme ham is een onjuiste samentrekking. Ham is weliswaar een woorddeel van beenham, maar niet van warme ham. Daar is het een zelfstandig naamwoord, geen woorddeel.

Let op: er zijn (hoe kan het ook anders) verschillende uitzonderingen, samentrekkingen die eigenlijk onjuist zijn, maar toch goed worden gerekend omdat ze zo gebruikelijk zijn. Dit zijn onder meer: natuurlijke en rechtspersonen, zakelijke en privébelangen, Europees en wereldkampioen, kleuter- en lager onderwijs, overheids- en provinciale instellingen, staats- en administratief recht.

3. Ten slotte tenslotte
Ten slotte betekent niet hetzelfde als tenslotte, net zoals ten minste niet hetzelfde betekent als tenminste.

ten slotte: tot besluit
tenslotte: per slot van rekening, immers
ten minste: minstens
tenminste: althans, in ieder geval

Het verschil wordt duidelijk in de volgende voorbeeldzinnen:

  • Het feest was geen fiasco, de jarige bedankte ten slotte de helft van de aanwezigen voor hun cadeau: het feest was geen fiasco en de jarige bedankte tot besluit van de festiviteiten de helft van de aanwezigen.
  • Het feest was geen fiasco, de jarige bedankte tenslotte de helft van de aanwezigen voor hun cadeau: het feest was geen fiasco, de jarige bedankte per slot van rekening/immers de helft van de aanwezigen.
  • Het feest was geen fiasco, de jarige bedankte ten minste de helft van de aanwezigen voor hun cadeau: het feest was geen fiasco en de jarige bedankte minstens vijftig procent van de aanwezigen.
  • Het feest was geen fiasco, de jarige bedankte tenminste de helft van de aanwezigen voor hun cadeau: het feest was geen fiasco, de jarige bedankte althans/in ieder geval de helft van de aanwezigen.