Column van Milfje Meulskens: De gevreesde dt-fout: waarom we het allemaal wel eens doen
Vraag mensen naar hun gênantste moment, en je zult zien dat ze vaak met dezelfde dingen aankomen: gulp open laten staan bij sollicitatiegesprek, lullige opmerking maken over iemand die opeens achter je blijkt te staan, je kent het wel. Maar niets is zo gênant als een dt-fout in je tekst. Hoe kun je zo dom zijn, denken jij en anderen. Foei, foei, foeierdefoei, die persoon moet wel heel slecht in taal zijn! En toch komen zulke fouten steeds weer voor.
Neem nou de Schrijfwijzer van Jan Renkema. Hij vertelt in de inleiding dat een student daar nog een dt-fout uithaalde. Toen dat boek dus al gedrukt was! De Schrijfwijzer! Door een hoogleraar geschreven! Een team van editors! Hoe kan het dat zelfs taalkundigen dit nog fout doen? En dat dit er zelfs door professionele herherlezers niet wordt uitgehaald? Onderzoekers van de Uni van Antwerpen toonden aan dat het door ons brein komt. We zijn niet dom, maar slachtoffer van statistiek.
Werkwoorden kun je verdelen in drie groepen. Ten eerste zijn er de werkwoorden waarin nooit ofte nimmer een d aan het woordeinde te bekennen is, bijvoorbeeld 'denken'. Je hebt de 3e-persoon-tegenwoordige-tijd 'denkt', een voltooid deelwoord 'gedacht' - zelden komt iemand op het idee daar 'gedachd' te schrijven. Dan zijn er de werkwoorden waarbij je in alle vormen sowieso een 'd' gebruikt, en in de 3e-persoon-tegenwoordige-tijd een 'dt' krijgt. Denk aan 'ik beklad/zij bekladt/ik heb beklad'. Een vorm als 'beklat' bestaat niet, en wordt misschien soms wel foutief gebruikt, maar helemaal niet zo vaak.
De derde categorie bestaat uit woorden als 'gebeuren'. Bij die woorden zie je zowel vormen die op een -t eindigen (gebeurt), als vormen die op een -d eindigen (gebeurd). Beide vormen kunnen goed zijn, in de juiste context. Dat betekent dat we die beide vormen vaak zien in teksten. En onze breinen slaan die vormen dus allebei op in de categorie prima. Beide vormen worden dus opgeslagen, en ze verschillen alleen in die ene letter. Gebeurd, verandert, verteld, belooft, verdiend, ontkent.
Juist in die derde categorie woorden maken we de meeste fouten. Dat verklaren ze aan de Uni van Antwerpen met behulp van statistiek. Voltooid deelwoorden als 'gebeurd' komen namelijk meer voor in onze taal dan vormen als 'gebeurt'. Ons brein kiest in dat soort gevallen de vorm die het meest voorkomt. Misschien gebeurt dat bij praten zelfs ook wel, alleen dan hoor je het niet! Pas nadat je naar frequentie hebt gekeken, gooi je je grammaticale regelkennis eroverheen. Als we in een moment van afwezigheid dus even niet de regel toepassen, maar ons op onbewuste statistiek baseren, kan het zomaar gebeuren dat we 'gebeurd' in plaats van 'gebeurt' schrijven. Een heel begrijpelijke fout eigenlijk.
Wat minder begrijpelijk is, is wanneer mensen 'werdt' schrijven of iets dergelijks. Die vorm komt zeer zelden voor, alleen wanneer andere schrijvers een fout maakten. De keuze voor die vorm kan dus niet op frequentie, geheugen en statistiek gebaseerd zijn. Waarop dan wel? Hier is misschien sprake van hypercorrectie. Omdat mensen weten dat ze op dt-fouten moeten letten, gaan ze er extra op letten, want ze willen geen fouten maken. In die doldwaze paniek passen ze de regels verkeerd toe. Je krijgt dus, door al die heisa, juist méér fouten in plaats van minder.
Zeggen wij nu: dt-fouten zijn prima? Nee. Wel zeggen we dat ze begrijpelijk zijn. Daarnaast is het dom om alleen maar te blijven roepen dat zulke fouten dom zijn. Als dat zou werken, dan zou niemand meer fouten maken. Constructief naar een betere toekomst! Beter is het om te begrijpen waarom ze gebeuren. Niet alleen is begrijpen vergeven, maar ook kunnen er betere en meer toegepaste onderwijsvormen worden gezocht. Dus onthoud(t): dt-fouten zijn in veel gevallen slechts een gevolg van de manier waarop ons brein werkt. Daarom maakt letterlijk iedereen wel eens een foutje. Ook jij, ook wij, ook Jan Renkema. We zijn in goed gezelschap!
Milfje Meulskens (Sterre Leufkens en Marten van der Meulen), 'De Taalpassie van Milfje'
Dit artikel is ook te vinden op de website van 'De Taalpassie van Milfje'.
Hebt u een artikel over taal dat u graag met anderen wilt delen? Stuur dit dan per e-mail naar redactie@vandale.nl