Column van Jaap Parqui: Hebreeuws
‘Uitgever ben je vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week.’ Ik schrok een beetje, toen ik als taaluitgever bij Van Dale begon en een collega me waarschuwde. Ik stelde me nachtwerk voor met veel koffie en resten bezorgpizza. Wanneer zou ik vrij zijn?
Hij had gelijk. Ook als ik niet op kantoor ben, ben ik met mijn werk bezig. En in mijn vakantie heb ik een intensieve taalcursus Hebreeuws gedaan. Niet helemaal werk, natuurlijk, maar wel weer taal. Een paar dagen van tevoren kocht ik een schrift, potloden, een gum, net alsof ik weer naar school ging. En ik vond het net zo spannend. Als je weer op school zit, word je vanzelf ook weer een scholier. Zou ik een leuke klas hebben? Ik was al langer bezig met Hebreeuws, maar zou ik de les wel kunnen bijbenen? Kon ik het wel?
Ik gaf de juf een hand een knikte vriendelijk naar de tien klasgenoten die een voor een binnenkwamen. En toen gingen we beginnen. We hebben vreselijk hard gewerkt die twee weken. Elke dag een uur praten, twee uur grammatica, een uur lezen en een uur spelletjes. Met de tong uit onze mond kalligrafeerden we de letters, en als kinderen van drie regen we de woorden aan elkaar tot kleine zinnetjes. Het is zo goed voor een taaluitgever om weer eens te ervaren wat een wirwar het is, zo’n nieuwe taal, hoe verloren je voelt in die zee van nieuwe letters, woorden en regels, hoe je erin kunt verdwalen en wat een behoefte je hebt aan tomtoms, aan Google Maps en aan wegenkaarten om je weg te vinden.
Gelukkig was er de juf, Nurit, die ons door dit labyrint gidste, en ons als kinderen aanspoorde met bemoedigende woorden: joffi! kolhakavod!, waar ik dan weer blij mee was als een kind. Met eindeloos geduld stuurde ze ons subtiel de juiste kant op als we dreigden te verdwalen. Maar als ik na een lange dag werken braaf thuis mijn huiswerk zat te maken, weer met mijn tong uit mijn mond, was juf Nurit er niet. En geen Van Dale-spullen, want die zijn er niet voor het Hebreeuws. Dus als ik het echt niet wist, gebruikte ik Google Translate. En, eerlijk is eerlijk, vaak was Google mijn beste vriend. Maar vaak ook zei mijn beste vriend maar wat en stuurde hij me precies de verkeerde kant op, en ik wist nooit wanneer. Wat verlangde ik naar een goed woordenboek op papier, of als app, waarvan ik zeker wist dat de vertaling klopte, of naar een grammatica waar ik overzicht mee kon krijgen. Wat was ik opeens trots op onze producten!
Ik heb in die twee weken verschrikkelijke veel geleerd en ook nog eens een heel leuke tijd gehad. En wie weet gaan we hier bij Van Dale binnenkort wel woordenboeken en grammatica’s maken voor talen die we nog niet hebben.
Jaap Parqui, taaluitgever bij Van Dale Uitgevers