accr.

vergrotend

ov.

overgankelijk

art.

lidwoord

pers.

persoon

ass.

absoluut

pl.

meervoud

avv.

bijwoord

pr.

voornaamwoord(elijk)

av

avere

prep.

voorzetsel

bv.

bijvoorbeeld

q.no

qualcuno (iemand)

dim.

verkleinend

q.sa

qualcosa (iets)

ecc.

et cetera

re.

betrekkelijk

es

essere

rif. a

met betrekking tot

e sim.

en dergelijke

rifl.

wederkerend

ev.

enkelvoud

s.

zelfstandig naamwoord

ger.

gerundium

sing.

enkelvoud

id.

onbepaald

spec.

in het bijzonder

iem.

iemand

sup.

overtreffende trap

imp.

onpersoonlijk

tr.

overgankelijk

in.

onovergankelijk

uitbr.

bij uitbreiding

indet.

onbepaald

v.

vrouwelijk

infin.

onbepaalde wijs

v.

werkwoord

int.

tussenwerpsel

vb.

voorbeeld

inv.

onveranderlijk

vezz.

liefkozend

ir.

vragend

vgl.

vergelijk

it.

Italiaans

vnl.

voornamelijk

m.

mannelijk

wk.

wederkerend

mv.

meervoud

num.

telwoord

onov.

onovergankelijk