Betekenis 'tijd'

Je hebt gezocht op het woord: tijd.

tijd (de; m; meervoud: tijden) 1opeenvolging van ogenblikken; tijdsverloop, tijdsduur of tijdstip: na verloop van tijd; op tijd beginnen tijdig; te allen tijde altijd; te zijner tijd als het zover is; over tijd zijn te laat zijn, m.n. bij het uitblijven van de menstruatie; uit de tijd verouderd; bij de tijd (a) bijdehand; (b) actueel; ten tijde van op het moment van; van tijd tot tijd soms, nu en dan; bij tijd en wijle soms, zo nu en dan2(taalkunde) vorm van een werkwoord ter aanduiding van een tijd van de handeling in het heden, het verleden of de toekomst: de tegenwoordige, verleden, toekomende tijd; dat is voltooid verleden tijd dat is voorgoed voorbij3opgenomen hoeveelheid tijd waarin een sporter zijn parcours aflegt: een goede tijd neerzetten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.