Betekenis 'besparen'

Je hebt gezocht op het woord: besparen.

be·spa·ren (bespaarde, heeft bespaard) 1zuinig zijn met: licht besparen; geld besparen op iets2vrijhouden van: dat verdriet had ik mezelf kunnen besparen; je kunt je de moeite besparen je hoeft het niet te doen, want het is zinloos; bespaar me je leugens ik wil je leugens niet horen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.