Betekenis 'regen'
Je hebt gezocht op het woord: regen.
re·gen (de; m; meervoud: regens) 1tot neervallende druppels verdichte waterdamp; zure regen milieuverontreiniging door het (al dan niet in de vorm van regen) neerslaan van verzurende stoffen als zwaveldioxide, ammoniak en stikstofdioxiden2grote (neervallende) hoeveelheid: een regen van kogels
re·ge·nen (regende, heeft geregend) 1het in druppels neervallen van gecondenseerde waterdamp2in grote hoeveelheid neervallen: (figuurlijk) het regent ontslagen
rij·gen (reeg, heeft geregen) 1met een snoer (tot een reeks) verenigen: kralen (aan een koordje) rijgen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.