Betekenis 'mat'
Je hebt gezocht op het woord: mat.
1mat (de; v(m); meervoud: matten) 1vloerbedekking van biezen, riet, bast, touwwerk: iem. op het matje roepen ter verantwoording bij zich laten komen2gevlochten zitting van een stoel
2mat (bijvoeglijk naamwoord) (schaken)1(van de koning) zodanig schaak gezet dat geen legale zet meer mogelijk is: mat staan
3mat (het; o; meervoud: matten) (schaken)1het wegens 2mat beëindigd zijn van een partij
4mat (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: matter, overtreffende trap: matst) 1niet gepolijst, zonder glans; = dof2krachteloos, uitgeput: een matte vertoning weinig levendige
me·ten (mat, heeft gemeten) 1de lengte, de oppervlakte of de inhoud van iets bepalen; zich met iem. meten bepalen wie de beste is2als afmeting(en) hebben: dat schip meet 6500 ton
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.