Betekenis 'gist'
Je hebt gezocht op het woord: gist.
gis (bijvoeglijk naamwoord; vergrotende trap: gisser, overtreffende trap: meest gis) (Nederland)1schrander, slim
gis·sen (giste, heeft gegist) 1vermoeden, raden
gist (de; m) 1micro-organismen die bier laten gisten, deeg laten rijzen enz.
gis·ten (gistte, heeft gegist) 1schuimen, opbruisen, waarbij suiker wordt omgezet in alcohol; = fermenteren: bier moet gisten¶het gist onder de bevolking er is onrust, ontevredenheid
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.