Column van David Sjoer: De zin van het leven vinden in de ‘taalbijbel’

Ruim een jaar geleden begon ik met het lezen van de hele Dikke Van Dale. Immers: als je alle woorden leest die er zijn, dan moet je daar ook de zin van het leven in kunnen vinden. Het is misschien niet het eerste boek waar je aan denkt om zingeving uit te putten, maar eigenlijk is het vrij logisch om met het woordenboek te beginnen als je betekenis zoekt. De Bijbel wordt daar ook voor gebruikt, dus waarom niet ook de ‘taalbijbel’ gebruiken als leidraad voor het leven? Als je de Van Dale mag geloven, zijn ze nauw aan elkaar verwant, uitgaande van de grote hoeveelheid verwijzingen.

 

Een paar weken geleden las ik de B uit en vatte ik de laatst gelezen hoofdstukken samen op het podium tijdens een klein theaterfestival. Ik vertelde over de avonturen die voortkwamen uit simpele woorden en stond voor het eerst op deze manier met het woordenboek op de bühne. De plankenkoorts sloeg toe en het angstzweet brak me uit, maar de reacties naderhand waren veelal positief. Een jaar met de Dikke bracht me tot hier, besefte ik, op een podium met een verhaal.

 

Ik raakte geïnspireerd door ambitie en bereiken. '"Om iets te bereiken, moet je jezelf constant overschatten" J.J. Voskuil’, las ik en sindsdien struikel ik regelmatig over moed en tuimelde in een nieuwe baan. Als model heb ik helaas nog geen cover weten te versieren en ik moet nog even sparen om ongetraind te finishen bij een Iron Man.

 

'Ambitie lijkt me iets absurds, maar je hebt het nodig om te slagen', schreef Vincent van Gogh ooit en het staat achter ambitie in de Van Dale. Het leidde een zoektocht in naar de ambities van de schilder, zijn gedachtes. Ik las zijn brieven en bezocht verschillende musea om zijn werken te bekijken. ‘Ik denk dat ik veel ambities heb’, vertelde ik op het podium, ‘maar wanneer slaag je eigenlijk?’

 

Inmiddels heb ik bladzijde 663 van de Dikke Van Dale omgeslagen en na acht maanden lang de B kan ik eindelijk aan de C beginnen. Een verademing. Mijn bladzijdetelling is eerlijk gezegd niet accuraat, want strikt genomen ben ik een heel ander boek aan het lezen. Nadat ik mijn vertrouwde Van Dale (editie 1999) vergat na het theaterstukje, vervolg ik nu mijn zoektocht naar de bestaanszin in een reserve-exemplaar (editie 2015).

 

Hoofdstuk C. Cabaret speelt een prominente rol aan het begin van dit deel. Schrijver Koos van Zomeren wordt geciteerd: 'Cabaret, dat is het grote verkleinen, het kleine vergroten.' En dat hoop ik te gaan doen, want in het kielzog van overschatting en ambitie heb ik mijn naam ingestuurd voor het prestigieuze Camerettenfestival.

 

In het woordenboek (editie 2015) stuitte ik laatst op cache – een gelukkige vondst, want in mijn oude editie had ik deze gemist. Met als tweede betekenis: 'Een schat die gevonden moet worden bij geocaching'. Vanochtend werd ik premium member van de Geocachecommunity. Misschien kan ik ergens iets uit mijn nieuwe woordenschat verstoppen.

 

cache

 

David Sjoer is schrijver en theatermaker. Hij blogt op Daavid.nl over het lezen van de Dikke Van Dale.

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen